instuuropdracht blok 1 – (kans1)
Toelichting
In oktober ben ik begonnen met de cursus Academisch schrijven. En dit is de eerste opdracht die ik heb ingestuurd. En ik vind het aardig om dit met een ieder te delen. Eerlijkheidshalve moet ik erbij zeggen dat ik met deze publicatie hier op mijn website toch nog één zin heb aangepast
Aanvankelijk luide de zin:
Na correctie:
[En dan ook nog een paar piepkleine foutjes, misschien toch nog te haastig ingeleverd….]
vraag 1
antwoord 1
Weet niet precies wat ik aan moet met het begrip ‘professionele schriftelijke vaardigheden’. Ik ben fotograaf van beroep en schrijf voornamelijk over fotografie. Maar doet dit niet om den brode. Maar dit terzijde.
Niet alleen de leeractiviteiten, maar zeer zeker ook de schrijfwijzer met haar oefeningen, waren voor mij een openbaring. Ik ben mij bewust geworden van vele zaken waarvan ik dacht dat ze vanzelfsprekend waren. De oefeningen van schrijfwijzer bleken voor mij ware hersenkrakers te zijn. Veel inzicht bood ook de begrippentrainer, welke mijn kennis voor syntaxis enorm verruimde. Ook de getoonde video’s bleken erg leerzaam, ze inspireerde mij om ingesleten gewoontes te veranderen. Dus geen pen meer om door te strepen, en ik zal nu regelmatige mijzelf gaan toetsen. Er was één video die mij verbaasde: In deze video werd de onderstaande infographic getoond, waar ik heel hard om moest lachen.
Deze rationalisatie van het schrijfproces gaat volledig over haar top heen. En ik vrees dat de meeste studenten er geen boodschap aan zullen hebben, of het zouden neuropsychologie studenten moeten zijn, maar dan nog. Hier wordt het schrijversproces letterlijk en figuurlijk plat en doodgeslagen. Na bestudering van dit koddige plaatje realiseerde ik mij het volgende:
Sinds ik een maand geleden begonnen ben met deze studie ben ik geen enkele keer het woord ‘beeld’ tegengekomen, op geen enkele manier. Woorden als: beeldspraak, woordbeeld, taalbeeld, inbeelding, verbeelding en et cetera. Nergens kwam ik deze begrippen tegen. Zelfs niet in de schrijfwijzer.
Plannen, theorieën, ideeën, wensen, verlangens, verwachtingen, oplossingen en concepten, die allemaal nodig zijn om een tekst te kunnen schrijven zijn in principe allemaal mentale beelden. En ieder soort beeld is circulair van aard. Wat bedoel ik daarmee te zeggen:
Als men naar een tweedimensionaal beeld kijkt zoals een schilderij bijvoorbeeld, dan dwaalt het oog over het beeld heen. Het tast het beeld af via een onnavolgbare route. Van het ene detail naar het andere, het zoekt betekenis, het vindt betekenis en het herkent betekenis. En als de kijker nogmaals naar het schilderij kijkt dan zal het beslist weer een andere route kiezen, tamelijk onbewust. Ik bestempel dit proces als ‘circulair’.
Nu is het de kunst (van kunnen) om het mentale beeld in stukjes te scheuren en de elementen op een rijtje te zetten door middel van geschreven woorden. Zodat het beeld lineair wordt. Schrift is het summum van lineariteit, en het heeft maar één richting, namelijk van links naar rechts. Schrijven is niets anders dan zaken op een rijtje zetten.
In de infographic probeert men geforceerd het circulaire proces te vatten in strenge lineaire verbanden, iets wat ik voor mijzelf als een onmogelijkheid beschouw. Rationalisering belemmert de verbeelding. En zonder verbeelding kan men geen teksten schrijven
vraag 2
De toets sloeg voor mij de spijker op zijn kop. Mijn zwakste punt is het structureren van de tekst. Dit laatste wordt bij mij niet veroorzaakt door gebrek aan kennis zoals de toets suggereert, maar eerder doordat mijn ideeën alle kanten op schieten. Tevens vermeldde de toets dat het netjes afwerken, verbetering behoeft. Ook dat is een terechte conclusie, want ik ben tamelijk slordig met spelling.
vraag 3
Nu weet ik niet of een kwaliteit ‘groot’ kan zijn, maar ik heb meestal heel duidelijk voor ogen wat ik inhoudelijk aan mijn pen kwijt wil. Dit beschouw ik als mijn ‘sterkste’ kant. Welk feit ook door de toets werd bevestigd. Om mijn in punt 2 genoemde, zwakste kant te verbeteren zou ik in de toekomst schema’s moeten gaan opzetten. Waarvan ik vermoed dat ik daarmee een hoop tijd bespaar.
vraag 4
Mijn eerste ervaring met schrijven was in 1963. Ik zat toen op het gymnasium in Rotterdam. Voor het maken van een opstel kreeg ik het cijfer 10, en voor het schrijven van een dictee een vier. Ik vond spelling dom, als dertienjarige. Ik beschouw mijzelf als iemand met een rijke verbeelding. Of dat werkelijk een zegening is, valt nog te bezien. Want het circulaire karakter van mijn verbeelding staat vaak haaks op het lineaire van het geschreven schrift. Want laten we wel zijn; schrijven is zaken op een rijtje zetten, van links naar rechts, zoals ik eerder opmerkte.
Tijdens de reizen in mijn adolescente jaren veel brieven geschreven, en achteraf toch wel enigszins spijt dat ik toen geen dagboeken heb bijgehouden.
Daarna nagenoeg weinig tot bijna niks geschreven. Het weinige wat ik schreef waren voordrachten die donker, hermetisch en grimmig waren. Maar ja, dat krijg je als je gefascineerd bent door Samuel Beckett.
Na een succesvolle carrière in de fotografie hing ik in 1992 de camera aan de wilgen. Twaalf jaren lang had ik mij totaal afgesloten van de fotografische wereld. In 2004 begon ik weer te fotograferen. De nieuwe resultaten daarvan presenteerde ik in een grote expositie. We spreken over 2005, dit was in een tijd dat digitale fotografie zijn intrede deed. Reacties uit de professionele fotowereld bleven uit, men keek er meewarig naar en begreep het niet. Ik kwam tot de ontdekking dat sinds de intrede van het digitale, de fotografie zich anders had ontwikkeld dan ik verwacht had; fotografie werd dogmatischer, het begon zich in te graven in het ‘verhalende’ en het ‘verbeeldende’ kwam op een zijspoor. Dit bracht mij volledig van mijn voetstuk, waardoor ik verzuchtte: ”In wat voor een wereld leef ik?”. Ja, en toen is het echte schrijven bij mij begonnen.
Ik ben toen met vallen en opstaan een weblog begonnen, om mijn verbijsteringen, twijfels en ideeën op schrijven. Welke ik momenteel zeer onregelmatig onderhoud. Zie: weblog.keees.org (in nieuw tabblad)
Door dit schrijven ben ik tot de ontdekking gekomen dat het fotografische beeld meer met tekst van doen heeft dan met beeld. Dat er voor het maken van een foto geen verbeelding nodig is maar inbeelding, en dat zijn twee totaal verschillende processen.
vraag 5
Ik ben de opleiding culturele wetenschappen begonnen met het idee dat ik nieuwe vaardigheden en inzichten kan verwerven. Dit om mijn schrijven beter te kunnen onderbouwen om het daarmee naar een hoger niveau te tillen. Zelf vind ik mijn schrijven momenteel te reactionair. Het huidige schrijven van mij vloeit voort uit een obsessieve frustratie, welke ik achter mij wil laten.
Ik hoop na deze studie dat ik mijn schrijven beter weet te onderbouwen met nieuwe perspectieven die niet uitsluitend uit mijzelf voortkomen. Normaal gesproken schrijf ik voor leken, fotografen en mensen die geïnteresseerd zijn in fotografie. Na deze studie hoop ik mij te kunnen richten naar academici zoals kunsthistorica en kunstcritici
vraag 6
Op de vraag hoe ik schrijftaken aanpak en wat mijn strategie is, daarop weet ik geen echt antwoord. Meestal ben ik bevangen (bezeten?) door een idee, door een misstand, of een nieuw inzicht welke ik wil uitwerken. Ik verzamel dan zoveel mogelijk materiaal welke ik uitermate secuur controleer.
Staren naar een wit vel papier of monitor is mij vreemd. Klakkeloos begin ik gewoon te schrijven en zie dan wel waar het schip strandt. Dit impulsieve proces genereert veel nieuwe ideeën en formuleringen, van het een komt het ander. Wel is het zo dat ik daarna veel puin moet ruimen. En daarna begint dan ook het echte werk: omgooien, redigeren, alles in een logisch verband zetten, herformuleren en schaven, schrappen en nog meer schaven. Tientallen malen herlees en corrigeer ik de tekst, tot ik tevreden ben.
Ik denk dat mijn schrijven essayistisch is. Het komt volledig uit mijzelf. En ook daar hoop ik verandering in te brengen. Ik wil het in de toekomst op filosofische en historische wijze duiden.
vraag 7
Wat vindt u aantrekkelijk aan schrijven en wat vindt u er minder leuk aan? Waarom?
Het mooie van schrijven is dat ik mijn gedachten weet te ordenen. Volgens vele beroemde schrijvers (Roland Barthes) zijn onze gedachten talig, iets wat ik zelf ten zeerste betwijfel. Wel is het zo dat wij gedachten weten uit te drukken in taal, ja, dat dan weer wel.
Iedere keer als mij lukt om een idee in geschreven taal te vatten, ervaar ik dat als een overwinning welke voldoening schenkt. Zelfs met deze opdracht nu geniet ik van het schrijven. Heb altijd het gevoel dat ik iets van mezelf kwijt kan. Ik ervaar schrijven als een zinnige constructieve bezigheid. Het eist wel focus en concentratie.
vraag 8
Helaas, ik laat mijn werk nooit controleren door een ander. Heel soms ziet mijn zus Janneke die onderwijzeres is, mijn schrijven en haalt daar dan menig fouten uit. Op mijn schrijven krijg ik regelmatig commentaar, deze is meestal positief en betreft altijd de inhoud, doch nooit de kwaliteit van het geschrevene zelf.
vraag 9
Leuke vraag. Ik ben werkelijk onder de indruk van het werk van Jan Renkema. Zijn boek ‘Schrijfwijzer’ is vanaf nu mijn nieuwe bijbel. Zijn stem is uiterst aangenaam, met daarin verholen een kalme humor; ik geniet en smul van zijn vrolijke metaforen. Ook ben ik onder de indruk van de vele informatie op het web, ik wist niet dat er een wereld was die zich zo intensief bezighoud met de Nederlandse Taal. Het portaal hulpbronnen zal ik dan in toekomst veelvuldig raadplegen.
feedback
Beste Kees, hartelijk dank voor het insturen van je eerste opdracht. Ik heb je antwoorden met veel plezier en belangstelling gelezen. Deze antwoorden getuigen, voor zover ik dat kan beoordelen, inderdaad van een originele geest. Ik weet niet of ik het altijd met je eens ben, maar ik waardeer dat je je standpunten probeert te onderbouwen. In het vervolg van deze cursus (bij het schrijven van de literatuurbespreking) gaat het erom dat je in je argumentatie ook op een goede manier van bronnen / secundaire literatuur gebruik kunt maken. Inhoudelijk is deze opdracht prima, maar de antwoorden bevatten nog te veel taalfoutjes en onvolledige zinnen. Graag zie ik daarom een herziene versie van de opdracht tegemoet. Kijk goed naar mijn opmerkingen in de tekst en naar de gele markeringen (voor zover die geen betrekking hebben op inhoudelijke zaken). Veel succes gewenst.
correcties
van dr. Wouter Schrover
(Bekijk pdf fullscreen om alle notities te kunnen lezen)
0 reacties