Brief aan Rens Bod
Op aanraden van dr. Eddo Evink heb ik het boek van Rens Bod aangeschaft: De Vergeten Wetenschappen. Prachtig boek. En daar kwam ik wederom weer een belangrijke omissie tegen. Tenminste, volgens mijn eigen bescheiden mening. Het is een tekst welke beweert dat, zou de lineaire perspectief niet zijn uitgevonden in 1434, er geen wetenschap zou bestaan zoals wij die nu kennen. En dat is toch niet niks.
Nu ben ikzelf fotograaf, dus men kan mij niet kwalijk nemen dat de lineaire perspectief een gezonde obsessie is van mij.
Nu nodigt Rens Bod in zijn inleiding een ieder uit om vooral een steentje bij te dragen, om leemtens op te vullen. Dus vond ik het verstandig om hem een brief te schrijven. Welke jullie hieronder kunnen lezen.
Brief
19 november 2023, Amersfoort
Geachte prof. dr. Rens Bod
Beste Rens
Geniet momenteel enorm van uw prachtig boek; De Vergeten Wetenschappen’. Voor mij is het niet echt een boek om het van begin tot einde te lezen, gelukkig is het zodanig overzichtelijk ingedeeld dat het zich prima leent om in te grasduinen. Dus ik sprong meteen naar de hoofdstukken die de kunstgeschiedenis betroffen.
Zelf ben ik fotograaf en ik hou mij al jaren bezig met de queeste wat fotografie werkelijk vermag te zijn. De werkelijke oorsprong van fotografie ligt voor mij niet zozeer in 1848 bij Louis Daguerre en Joseph Nicéphore Niépce maar bij de uitvinding van de lineaire perspectief van Leon Battista Alberti in het jaar 1434. Alberti was de man die schilderkunst verbond met de retorica en de wiskunde.
Meer dan veertig jaar geleden kwam ik een opmerkelijk boek tegen, welke een onuitwisbare indruk op mij achterliet: On the Rationalization of Sight van William M. Ivins jr. (Art papers, Metropolitan Museum, 1938). Deze Ivins beweert dat de lineaire perspectief de allerbelangrijkste uitvinding was van de renaissance, belangrijker dan de boekdrukkunst, de val van het Byzantijnse rijk, de ontdekking van Amerika et cetera. Hij onderbouwt dit met de volgende bewering:
Perspective may be regarded as a practical means for securing a rigorous two-way, or reciprocal, metrical relationship between the shapes of objects as definitely located in space and their pictorial representations. Important as this is to picturemaking in the narrowest sense, it is doubtless even more important to general thought, because the premises on wich it is based are implicit in every statement made with its aid. Either the exterior relations of objects, such as their forms for visual awareness, change with their shifts in location, or else their interior relations do. If the latter were the case there could be neither homogeneity of space nor uniformity of nature, and science and technology as now conceived would neccessarily cease to exist
Thus perspective, because of its logical recognition of internal invariances through all the transformations produced by changes in spatial location, may be regarded as the application to pictorial purposes of the two basic assumptions underlying all the great scientific generalizations, or laws of nature.
Dit heeft grote indruk op mij gemaakt, want het is de aanzet geweest waardoor o.a. de alchemie overgaat in de chemie en de astrologie in de astronomie o.a.
Het merkwaardige is dat ik de afgelopen jaren geen enkele kunsthistoricus ben tegengekomen die Ivins citeert of aan hem refereert. Zelf ervaar ik het als een zeer ernstige omissie in jouw boek. Of dit laatste werkelijk zo is kun jij beter beoordelen dan ik. Maar ik vind het dusdanig belangrijk dat ik het noodzakelijk acht om het u te melden.
Hierbij gevoegd het artikel van Ivins in pdf vorm.
Hoogachtend, en met vriendelijke groet
Kees de Graaff
Antwoord Rens Bod
Beste Kees,
Bron tekst
Hieronder de originele tekst van William M. Ivins Jr. De tekst heb ikzelf over getiept in een tijd toen er nog geen internet was. Maar toen ik het herlas schrok ik van de gigantische hoeveelheid taalfouten. Deze heb ik inmiddels recht gezet. Tevens ook het origineel uit 1938 toegevoegd, deze tekst is uitgebreider en bevat ook alle noten.
Hierbij toch nog toegevoegd de originele uitgave uit 1938. Voor de fijnproever zijn hier ook alle noten en referenties te lezen. En tevens is de tekst uitgebreid met drie Renaissance teksten over perspectief.

0 reacties